Tip 1: Een goed begin is het halve werk
Mensen hebben de neiging eerst te vertellen wat ze gaat vertellen, het dan te vertellen en het daarna nog eens samen te vatten. Niet doen! Zorg dat je je publiek metéén ‘bij de kladden hebt’ met een goede openingszin. Die moet kort, krachtig en verrassend zijn. Dan heb je meteen de aandacht.
Of begin zoals Michael Shermer deed met een demonstratie van zijn marihuana-detector.

Tip 2: Maak het persoonlijk
Giet je boodschap in een verhaal met een hoofdpersoon, tegenslagen en overwinningen. Vertel anekdotes en zorg daarbij vooral dat je in de ‘ik-vorm’ praat . Mensen reageren meer als je iets vanuit jezelf vertelt.
Michelle Obama had het in een speech bij voorbeeld over haar vader die met MS kampte: ‘Ik zie hem nog staan, boven aan de trap… ik stond daar naast m’n broer…’

Tip 3: Spreek de taal van je publiek
Verdiep je in je publiek. Gebruik af en toe een woord of een voorbeeld, waarvan je weet dat het in hun wereld voor komt. Vermijd afkortingen of jargon. Dat schept afstand en kan zelfs ergernis oproepen.
De Berlijnse Muur was net (in 1961) gebouwd en West-Duitsland was teleurgesteld in het passieve optreden van John F. Kennedy. Hij kwam in 1963 naar Duitsland en hield daar zijn beroemde speech in Berlijn. Om solidariteit te tonen met de inwoners van West-Duitsland sloot Kennedy zijn speech af met de legendarische woorden: ‘Ich bin ein Berliner’.

Tip 4: Pas op voor tegenstellingen
Als je ‘op een missie bent’, je wilt iets veranderen in de wereld, wees dan toch mild en verbindend. Laat zien dat je de zaken van twee kanten kunt bekijken. Dat maakt je verhaal alleen maar sterker.
Op 27 september 1919 werd in het Concertgebouw in Amsterdam gevierd dat het vrouwenkiesrecht doorgevoerd was. Tijdens deze feestelijke bijeenkomst hield Aletta Jacobs, één van de belangrijkste voorvechtsters voor dit recht, een toespraak. Tijdens deze toespraak sprak zij de woorden: “Vreest niet de Vrouw der toekomst, Broeder!” Deze verbindende boodschap was vernieuwend: Jacobs zag, in tegenstelling tot sommige van haar feministische tijdgenoten de man niet als ‘vijand’.

Tip 5: Gebruik een pakkende slogan
Heb je een goede slogan? Gebruik die. En herhaal hem meerdere keren. Dat werkt als een  ‘anker’ voor je verhaal.
Toen Barack Obama in 2008 president van de Verenigde Staten werd, hield hij een overwinningsspeech waarin hij de beroemde zin ‘Yes we can!’ maar liefst 7 keer herhaalde. Kort, krachtig én onvergetelijk.

Tip 6: Durf groots te dromen
Waar moet het naartoe? Wat zie je voor je in de toekomst? Verbind je doelen met iets groters. Daarmee geef je aan dat je verhaal niet op zichzelf staat maar een groter doel dient.
Martin Luther King begon tijdens de ‘March on Washington’ in 1963 met de wereldberoemde zin ‘I have a dream’.

Tip 7: Less is more
20 minuten is het maximum. Mensen concentreren zich überhaupt niet langer dan een paar minuten. Daarom is het belangrijk dat je niet te snel praat, je stem in de ‘lage stand’ zet en dat je veel afwisseling in je verhaal hebt.

Begin maart 2016 organiseert DoVision samen met Winston Speakers en Goeds Design een seminar voor ondernemers die zich willen ontwikkelen tot een goede spreker.
Wil je meer informatie? Bel of mail ons!